Een knip of geen knip bij de bevalling?
Het hangt er gewoon van af in welk ziekenhuis je bevalt

De Standaard, 13 oktober 2025 - Maud Vanwalleghem

Ach, de herfst! Het seizoen van bonte kleurenpracht, pompoenen, dekentjes – én de jaarlijkse goedkeuring van het gezondheidszorgbudget binnen het Riziv. Zorgberoepen en ziekenfondsen onderhandelen maandenlang om te bepalen op welke manier iets meer dan 40 miljard euro aan ‘geneeskundige verstrekkingen’ ingezet moet worden.

Op de derde maandag van oktober stemt de Algemene Raad over dat voorstel. Die bestaat uit vijf vertegenwoordigers van de ziekenfondsen, vijf van de werkgeversorganisaties, vijf van de vakbonden en vijf van de regering. Een fraai staaltje Belgisch overlegmodel, met het medebeheer van het gezondheidszorgbudget als uitgangspunt. Maar na de impasse in 2024 nam de regering het roer over en u raadt het al: er moet bespaard worden in 2026.

Doelmatige zorg is het nieuwe toverwoord bij het Riziv. Het klinkt slim, maar blijft vaag. Wat het níét is, valt makkelijker te omschrijven: ondoelmatige zorg is onnodige en verkeerde zorg. Die kost de maatschappij handenvol geld en kan bovendien de gezondheid van de patiënt schaden. Het lijkt dus een makkelijke manier om via de identificatie van ondoelmatige zorg te gaan besparen.

Ondoelmatige zorg uit zich onder meer in praktijkvariaties. In Vlaanderen wordt meer dan dubbel zo vaak een buisje in het trommelvlies van een kind geplaatst als in Wallonië. In West-Vlaanderen heb je de grootste kans om een echo van de prostaat te krijgen. Franstalige Belgen krijgen veel vaker een echo van de hoofdslagader. En als orthodontist in de provincie Antwerpen verzet je het meeste werk. Niemand zal beweren dat eeuwen van inteelt er tot zoveel kromme tanden hebben geleid. Al die praktijkvariaties weerspiegelen vooral een regionale medische cultuur. We denken graag dat de gezondheidszorg gestoeld is op objectieve parameters. Het is stuitend dat de beste indicator voor het al dan niet ondergaan van een medische interventie soms de woonplaats van de patiënt is.

Nog verontrustender wordt het wanneer praktijkvariaties niet geografisch te verklaren zijn. Dat is vooral het geval bij zwangerschap en bevalling. Zo verschilt het percentage keizersneden sterk tussen ziekenhuizen: van 13,5 tot 30,6 procent (cijfers van 2019). Of neem de episiotomie, wat in de volksmond ‘de knip’ wordt genoemd: een incisie ter hoogte van de vulva om de bevalling te bespoedigen en een scheur in het perineum te vermijden. De praktijk is courant: in 2010 onderging meer dan de helft van alle vrouwen die in ons land beviel een episiotomie.

De knip wordt steeds vaker – en terecht – beschouwd als een symbool van de overdreven medicalisering van de bevalling. Het Riziv ging het zelfs als een indicator van ondoelmatige zorg beschouwen. Of zo’n episiotomie wordt uitgevoerd, hangt immers grotendeels af van in welk ziekenhuis de vrouw bevalt.

De aandacht daarvoor had effect. In 2023 onderging nog 27,6 procent van de vrouwen een knip. Dat blijft natuurlijk een gemiddelde. In het ene ziekenhuis heb je 2,8 procent kans om geknipt te worden, in het andere nog altijd meer dan 70 procent.

Dat roept allerlei vragen op. Gaat het om universitaire of om algemene ziekenhuizen? Hebben ziekenhuizen waar meer wordt geknipt meer hoogrisicoprofielen onder hun patiënten? Wordt er minder geknipt in ziekenhuizen waar artsen in loondienst werken en niet per prestatie worden vergoed? Bij bevallingen die door een vroedvrouw worden geleid (thuis of in het ziekenhuis), ligt het percentage episiotomieën gemiddeld op 1 procent. Komt dat doordat daar weinig hoogrisicozwangerschappen bij zijn, of spelen er andere factoren mee?

We weten het niet. Het is te zeggen, het Riziv en de minister van Volksgezondheid weten het. Het wordt alleen niet publiek gemaakt. In onder meer Nederland en het Verenigd Koninkrijk gebeurt dat wel. In ons land vreest men dat het brede publiek of de media de cijfers verkeerd zullen interpreteren.

Interne kwaliteitsverbetering zonder publieke verantwoording, dat blijft het veilige principe. Misschien begrijpelijk, maar je kunt je ook afvragen of de (vrouwelijke) belastingbetaler wil blijven bijdragen aan een systeem dat haar vulva mogelijk onnodig knipt, gewoon omdat ze in het ‘verkeerde’ ziekenhuis is terechtgekomen.

Dat onverklaarbare praktijkvariaties voornamelijk tot uiting komen in de perinatale gezondheidszorg, stemt tot nadenken. Doelmatige zorg begint niet alleen met besparingen, maar ook met de erkenning van wie de rekening betaalt. In dit geval zijn dat vrouwen, die betalen met belastinggeld én met hun fysieke integriteit. Op 20 oktober wordt weer een budget toegekend voor de terugbetalingen van medische verstrekkingen in 2026. Wat als men geboorte en vrouwenlichamen nu eens belangrijk ging vinden? Publiceer de naakte cijfers, en zie ook hoeveel je kunt besparen.